Straattaal, scheldtaal en wereldtaal

De wereld verandert forever. Dat is een van de slogans van Ollie. Er zijn mensen die het vervelend vinden dat we Engels en Nederlands met elkaar mixen. Dat begrijpen we wel. We doen dat toch echt express, omdat we best een beetje durven te triggeren met wat we doen.

We spelen met taal. Een vocabulaire vinden voor wie je bent, wat je wilt, en wat je doet is een van de belangrijkste dingen in leadership. Wat zijn daarvoor de grenzen? Wat kan wel en niet in welke context? Het is een spel dat gevoeligheid, empathie en liefde nodig heeft.

Teambuilding is een Engels woord. Voelt dat nog zo? Leadership of leiderschap? Cash geld of papieren flappen/muntgeld?

Werken vanuit de belevingswereld

Jongeren in Amsterdam spreken anders dan jongeren in Enschede. Jongeren in Amsterdam-West spreken anders dan jongeren in de Bijlmer. Diversiteit in cultuur en taalgebruik is een gegeven – en we proberen daar op een speelse manier invulling aan te geven. We geloven en weten dat we hiermee ijs kunnen breken. We weten ook dat we hiermee soms mensen irriteren. We exploreren de kracht en magie om vanuit belevingswereld connectie te vinden met verschillende doelgroepen.

Bij Ollie werken trainers die in een kort tijdsbestek een positieve impact willen maken op de levens van jongeren. In onze trajecten willen we jongeren bereiken, betrekken en binden: aan een opleiding, een toekomstperspectief, de maatschappij en een gelukkig, succesvol leven. Dat begint bij het verkennen, herkennen en erkennen van de belevingswereld die leidend is bij de individu en groepsdynamiek van de betreffende setting waarin we functioneren. We gebruiken daarvoor methodieken die komen uit o.a. pedagogiek, positieve psychologie, leiderschapsontwikkeling en participatie-leer. Eén van die modellen is het 4B model:

De diverse wereld van straattaal

Er zitten verschillen tussen de elementen die vaak allemaal onder de noemer straattaal geveegd worden. Laten we dat eens onder de loep leggen. Het woord “fuck” wordt tegenwoordig te pas en te onpas door alle lagen van de bevolking gebruikt. Als je je hoofd stoot, of als je iets wilt benadrukken. Is “fuck” het zelfde als “fok”? Is “what the fuck?” hetzelfde als “wat de fok?”? You tell me…

“Dat is foking cool!” is niet hetzelfde als “Fok jou!”. Denk niet dat ik met je aan het fokken ben ;), dat is niet de bedoeling. We geloven niet in schelden! Scheldtaal is nergens voor nodig. Toch sijpelt het woord ‘fok/foking’ soms door in ons taalgebruik. Het is een krachtterm die voor vele Nederlanders al lang niet meer als scheldwoord wordt gezien.

Even wat random ‘straattaal’ op een rijtje: jilla (gevangenis), junta (baan of klus), brada (broer), kill (gozer), hshoema (schaamte), mi mang (‘my man’), cool (tof), kardasj (‘vriend’)… Dat is natuurlijk helemaal geen straattaal. Het is wereldtaal. Het zijn woorden die de Surinaamse, Marokkaanse, Antilliaanse, Engelse, Ghanese, Turkse, etc. diaspora heeft meegebracht. Soms worden ze een beetje verbasterd of creatief ingezet (net zoals fuck > fok werd). En ja, die woorden worden op straat gebruikt, maar wat is daar mis mee?

Op school

We werken niet voor niets met scholen. We willen persoonlijke ontwikkeling, teambuilding, plezier, inspiratie en connectie naar jongeren brengen. De meeste jongeren kunnen we vinden in het onderwijs, op scholen. En we begrijpen dat scholen zich zorgen maken om taalgebruik onder jongeren. Want scholen zijn ervoor om jongeren voor te bereiden op een succesvolle en betekenisvolle toekomst en carrière. Die carrière vindt plaats in het bedrijfsleven, bij stichtingen (NGO’s), of bij de overheid. Daar moeten jongeren zich op zo’n manier kunnen uiten dat ze een baan krijgen en zich kunnen ontplooien. Vocabulaire speelt daarbij een grote rol, net als attitude en vaardigheden. Grappig is wel dat er ook juist in die contexten flink met Engels wordt gegooid: KPI’s, softskills, teambuilding, leadership, business development, en ik kan nog wel even doorgaan.

Het zou gek zijn als docenten met scheldwoorden zouden communiceren. Maar een beetje straattaal mag misschien best wel eens een keer, als het bij je past. Wereldtaal kan je ook alleen toepassen als je ‘echt’ bent’ daarmee.

Context, context, context

De wereld is niet zwart/wit. De grijze gebieden zijn overal. Hoe navigeer je die gebieden als jongere, en als volwassene? Daar is niet 1 antwoord op. We denken dat we – met meer dan 100 jaar gedeelde jongerenwerk ervaring in ons bedrijf – een stijl hebben die bij ons past. Met wereldtaal en met straattaal. Soms met het woord ‘fok’ erin. We proberen altijd rekening te houden met de context. En dat proberen we ook over te brengen aan jongeren. Iedereen is uniek, niemand is een kopie. We moeten allemaal onze eigen stijl vinden om het beste uit onszelf te halen. Als je tweetalig bent (Nederlands en Marokkaans, Nederlands en Turks, Nederlands en Engels, Nederlands en Sranang Tongo, Nederlands en Papiamento) of drietalig, of expert ben op straattaal (lees aub de boeken van Prof. Soortkill) – dan is dat machtig, krachtig én prachtig. Weet hoe het in te zetten, zodat je je kansen ermee vergroot.

We zullen forever met taal blijven spelen. Je mag ons erop aanspreken. We zullen luisteren – en soms eigenwijs blijven op basis van onze kennis en ervaring om op belevingswereld te connecten en positieve impact te maken op de levens van jongeren. Samen met scholen en de docenten zullen we in gesprek blijven over een cultuur die past bij een school en hoe we daarop kunnen aansluiten en aanvullen.

We leren continu. We ZIJN work in progress. Let’s make it work together!

Dit is liefde. Dit is passie. Dit is Ollie.

Foto van Ludo Keizer

Ludo Keizer

Chief Creative Officer @ Ollie